Korhoen en bergbewoner

Een korhoen, slapend in de sneeuw,
droomde vredig, lekker warm en slaakte een geeuw.
Het was winter en aan stilte geen gebrek,
toen een bergbewoner van zijn pad afweek.

Met ski’s, stokken en een grote tas,
klom de bergbewoner, goed ingeduffeld in zijn jas.
Hij zocht een plek om een hapje te eten,
en stuitte op het hol van de vogel, dat kon hij niet weten.

Hij nam plaats en begon met uitpakken:
geurige kaas en heerlijke broodplakken.
De korhoen, wakker door de indringende geur,
stak zijn kop op, boos, en was uit zijn humeur

“Zeg man, ben je gek, jij verstoort mijn slaap!
Laat me dromen, tot ik me weer bij elkaar raap!” De bergbewoner, verrast door deze vogel en zijn gepraat,
antwoordde: “Excuseer, ik wil niet storen, ‘k hoop niet dat je me nu haat.”

De korhoen, furieus, stampte met zijn voet en bewoordde:
“Mijn winterslaap is heilig, da’s mijn leven!
Om in de lente te zingen en de meisjes te bekoren,
moet ik rusten, zo wil ik het horen.”

De bergbewoner was in de war en stond snel recht,
stopte alles weg en zocht een andere weg.
“Beloofd, lieve korhoen, ik zal je niet meer storen,
voor het vervolg knoop ik het goed in m’n oren.”

De korhoen, nu rustig, viel weer in slaap,
en dacht dat wat opvoeding niet mis zou zijn voor deze knaap.
En terwijl de man wegliep, lesje geleerd,
viel de vogel opnieuw in slaap, net als weleer.

Moraal van het verhaal:

Wanneer de natuur slaapt, moeten we dat respecteren,
zodat ze in de lente vol energie kan opveren.